Halle Saint Pierre: L’Esprit Singulier

“The succes of art depends on who collects it, not on who makes it.” (Belting, Hans, Art History after Modernism, 11)

Bovenstaand citaat sluit mooi aan bij de conclusie van mijn paper over Jean Dubuffet. Zijn kunstverzameling van psychiatrische patiënten en gedetineerden duidde hij aan met de term Art Brut. Deze individuen waren volgens Dubuffet onbedorven van culturele conventies die door kunstinstituties worden gedicteerd. De bekendheid van Art Brut is te danken aan Dubuffet’s internationale bekendheid als kunstenaar. Hij heeft de basis gelegd voor de hedendaagse interesse in kunst van buitenstaanders. Tegenwoordig vaak aangeduid met de internationale term Outsider Art.

Art Brut betekent letterlijk ruwe kunst. Dubuffet’s eigen kunstwerken hebben in mijn opinie raakvlakken met de letterlijke betekenis van Art Brut. In Le Métafizyx (1950) uit de Corps de Dames serie uitte Dubuffet op parodiërende wijze kritiek op de Westerse hoge schilderkunst van het vrouwelijk naakt. Dit deed hij door middel van vorm, methodiek en materiaalgebruik. Hij bracht de verf impasto aan en kerfde de lijnen in het ruwe oppervlak.

In Le Métafizyx (1950) uit de Corps de Dames serie uitte Dubuffet op parodiërende wijze kritiek op de Westerse hoge schilderkunst van het vrouwelijk naakt. Dit deed hij doormiddel van vorm, methodiek en materiaalgebruik. Hij bracht de verf impasto aan en kraste er vervolgens met iets scherps in.
Le Métafizyx, 1950, Olieverf op doek, 116 x 89,5 cm

Aan de voet van de Sacré-Coeur biedt Halle Saint Pierre een platform voor Art Brut, Outsider Art en Art Singulier. Hier vindt de tentoonstelling L’Esprit Singulier oftewel Eigenaardige Geesten plaats. De kunstwerken die hier getoond worden behoren tot de kunstverzameling van de industriemagnaat Jean-Claude Volot. Hoewel de kunstwerken zeer divers zijn hebben ze één ding met elkaar overeen: ze ondermijnen de norm van de officiële kunstwereld. Wij zullen hier analyseren of de kunstwerken qua onderwerp, vorm, methodiek en/of materiaalgebruik raakvlakken hebben met de letterlijke betekenis van Art Brut.

brack-halle-saint-pierre-41

 

Foto’s en reactie van Linda:

image

image

image

image

image

image

image

image

ik dacht dat het hier alleen ging om uitingen van psychiatrisch patienten, gehandicapten etc. Maar er waren vele afgestudeerde kunstenaars te zien en de het is lastig om dit soort kunst in hokjes te plaatsen. Ook Bacon zou bijvoorbeeld onder dit soort kunst kunnen vallen. Het is de emotie die deze kunst oproept die heftiger is dan bij andere kunststromingen. Voor elke beschouwer kan dat anders zijn, een individuele ervaring dus. De variatie aan musea die wij bezocht hebben is prettig. Ook dit was weer een heel verschillende tentoonstelling.

3 gedachten over “Halle Saint Pierre: L’Esprit Singulier

  1. Art brut/outsider moet je ruim zien! Het is niet per se kunst gemaakt door gedetineerden of psychiatrische patiënten. Ook geschoolde kunstenaars kunnen onder Art Brut vallen, zij keren zich dan af van het academisme en/of maken shockerende werken. In de hal St Pierre was er een verscheidenheid aan werken te zien, fascinerend werk ondanks de (vaak) lugubere onderwerpen!

  2. Verward, dat is het woord dat volgens mij het best past; bij de kunst die te zien is, de kunstenaars die het gemaakt hebben en bij de gedachten en gevoelens die het bij me opriep. Wat bezielt sommige mensen om zo expliciet seksueel of gewelddadig werk te gaan maken, zijn ze dan bezig kunst te maken of hun frustraties, angsten of fantasie vorm te geven, is het meer therapie dan kunstuiting? En waarom fascineert het me dan toch genoeg om langer stil te blijven staan bij iets dat ik in eerst instantie als gruwelijk bestempel (daar is ie weer!), wat is er dan met mij aan de hand? Een pittige afsluiting van zeer interessante vier dagen!

  3. Na de inleiding van Kenza had ik verwacht dat ik zonder context en zonder achtergrondinformatie moest gaan kijken. Na twee werken bleek dat helaas mee (of wellicht: tegen) te vallen. Van de meeste schilders was vermeld wie ze waren en wat ze deden. Het merendeel bleek zelfs ‘gewoon’ opgeleid te zijn. Toch vond ik het een heel boeiende tentoonstelling: lugubere voorstellingen (oorlog en geweld lijken toch een onuitputtelijke bron van inspiratie te zijn), heel felle kleuren of juist niet, heel woest of heel fijn. Ronduit verbaasd was ik door de aanwezigheid van een werk van Appel. Klaarblijkelijk is de scheidslijn tussen Art Brut en andere vormen en stromingen binnen de kunst niet heel scherp.

Reacties zijn gesloten.